Je wilt een hond, maar hebt eigenlijk te weinig tijd? Het huisdier met iemand delen lijkt de ideale oplossing. Deskundigen betwijfelen alleen of twee verschillende baasjes wel goed is voor het beestje.
Sandra Koets (59) vond het een lief gebaar, maar moest wel even slikken toen haar zoon aan kwam zetten met een puppy als cadeau. Ze werkte vier dagen per week. Wie ging er in godsnaam voor dat beest zorgen? Gelukkig was daar Annemieke (31), een vriendin van Sandra’s zoon. Zij werd meteen verliefd toen ze Coos zag en wilde heel graag zelf een hond. ‘Zullen we hem anders delen?’, vroeg ze.
Dat was vijf jaar geleden. Inmiddels zijn ze helemaal aan hun deelhuisdier gewend. Doordeweeks is Coos meestal bij Annemieke, die als freelance architect haar eigen tijd in kan delen en hem zo nodig meeneemt naar afspraken voor haar werk. In het weekend logeert hij bij Sandra. Een ideale constructie, vindt zij. „Ik heb van maandag tot en met vrijdag mijn handen vrij en leef op zaterdag echt op omdat Coos er is. Andersom heeft Annemieke dan juist de tijd om iets voor haarzelf te doen. Alle partijen zijn erbij gebaat.”
Een huisdier delen: het lijkt de ideale oplossing voor mensen die fulltime werken en toch graag een hond willen. De meeste asielen zijn er terughoudend in om honden mee te geven aan baasjes die veel van huis zullen zijn, daarom zoeken dierenliefhebbers naar andere mogelijkheden. Zo ontstonden de afgelopen jaren al vele oppasdiensten en uitlaatservices. Op de websites van de dierenoppas PetBnB vind je met één druk op de knop een hondenoppas in de buurt, en bij Oopoeh kunnen ouderen voor de hond zorgen als de baasjes werken.
En nu is gedeeld eigenaarschap dus in opkomst, waarbij twee baasjes besluiten de zorg voor een huisdier te delen. Ook Else (54) uit Amsterdam doet het. Sinds vier jaar is zij medebaasje van Bailey, die door haar vriendin Mayra (49) uit Griekenland is gehaald. Ze wonen twee minuten van elkaar, per dag beslissen ze wie Bailey heeft. „We zijn eigenlijk co-ouders, maar dan voor een huisdier”, zegt Mayra, terwijl ze, zittend in haar volkstuintje, de bal voor Bailey weggooit.
De twee vrouwen denken dat gedeeld eigenaarschap niet alleen voor werkende mensen, maar ook voor honden zelf beter is. „Hoe vaak komt het wel niet voor dat mensen een hond na een paar jaar op straat zetten, omdat zij niet wisten dat een huisdier zoveel zorg nodig heeft? Als je de zorg deelt, gebeurt dat misschien minder”, zegt Mayra.
Daar is niet iedereen even zeker van. Jane van den Berg, werkzaam bij stichting DierenLot, een organisatie die zich inzet voor dieren in nood, zet haar vraagtekens bij gedeelde zorg voor huisdieren. „Hoe meer baasjes, hoe meer meningen. Wat gebeurt er als er onenigheid ontstaat, bijvoorbeeld over geld?” Ze denkt dat door het delen van huisdieren eerder meer dan minder honden in het asiel terecht komen. „Als je samen een hond opvoedt, is het belangrijk dat je, net als bij een kind, op één lijn zit. Je moet echt duidelijke afspraken maken. Lukt dat niet, dan is de hond daar de dupe van.”
Ook Marie-José Enders, hoogleraar Antrozoölogie aan de Open Universiteit in Heerlen en gespecialiseerd in mens-dierrelaties, is weinig enthousiast. Zij vraagt zich af wat het effect is op een hond als die twee baasjes heeft. „Het is bekend dat honden zich hechten aan één iemand. Als ze constant moeten schakelen tussen twee personen, kan dat onrust geven”, zegt Enders. „Zoals vaak als het om dieren gaat, bekijken we dit misschien te veel door een mensenbril. Maar is het ook prettig voor een dier?”
Huisdieren mee naar kantoor
Om werkende mensen tegemoet te komen, zou het volgens Enders beter zijn als werkgevers mogelijkheden bieden om huisdieren mee te nemen naar de werkplek. In het Verenigd Koninkrijk en Amerika gebeurt dat al: bedrijven als Amazon en Google hanteren daar een ‘pet-friendly policy’, werknemers mogen hun hond uitlaten wanneer dat nodig is. Ook steeds meer flexwerkplekken moedigen dit beleid aan, omdat uit onderzoek zou blijken dat huisdieren op de werkvloer zorgen voor minder stress, meer werkplezier en – dankzij de wandelpauzes – gezondere werknemers.

Foto Merlijn Doomernik
Hoewel ze verschillend omgaan met Coos, is het tussen Annemieke en Sandra nog niet tot een ruzie gekomen. Annemieke: „Ik ben strenger dan Sandra. Als Coos naar andere mensen blaft, wijs ik hem meteen terecht. En bij haar krijgt hij nog wel eens wat te eten als ze aan tafel zitten, dat gebeurt bij mij echt niet. Maar ik denk dat het allebei moet kunnen. Coos is een slimme hond: hij weet echt wel welke regels er bij wie gelden.”
Over financiële kwesties doen ze niet moeilijk. De meeste kosten neemt Sandra voor haar rekening, zij heeft bijvoorbeeld een hondenverzekering afgesloten. „Maar echt harde afspraken hebben we niet, we kijken gewoon hoe het gaat.” Ook andere ‘co-ouders’ doen het zo. „Ik heb even wat minder te besteden, dus nu betaalt Mayra wat meer”, zegt Else. „Maar het is ook wel eens andersom.”
Het is wel zo dat Mayra de meeste beslissingen neemt als het om de opvoeding van Bailey gaat. Zo wil ze niet dat de hond gecastreerd wordt, want dat vindt ze onnatuurlijk. En ze koopt speciaal voedsel voor hem, zonder kunstmatige toevoegingen, „niet van die goedkope troep uit de supermarkt”. Else: „Ik voel me wel eens stout als ik hem stiekem wat anders geef, maar dat vertel ik haar dan niet.” Mayra: „Al merk ik het natuurlijk meteen, want ik zie het aan zijn poep.”
Dit stuk verscheen in NRC Handelsblad. Bekijk het artikel online of in PDF.