Had ik maar, had ik maar

Veel nabestaanden van suïcide krijgen met schuldgevoel te maken. Dit uit zich vaak op een subtiele en venijnige manier en is moeilijk in woorden te vatten. Voor mij gold dat ik na Justins dood de controle over het leven ging proberen terug te pakken.

Een goede vriend vertelde mij een keer over zijn oom, die ruim een kwart eeuw geleden uit het leven stapte. Hij was iemand met een goede baan, die aan topsport deed en gelukkig leek te zijn. Hij liet zijn nabestaanden radeloos achter. Nooit had iemand wat aan hem gemerkt. Tot op de dag van vandaag snapt zijn familie eigenlijk niet hoe dit heeft kunnen gebeuren.

Toen Justin een einde aan zijn leven maakte, was ik ook totaal verbaasd. Mijn broer kon altijd alles aan. Hij was knap, geliefd en overal goed in. Hoe kon uitgerekend híj tot zo’n daad komen?

Toch was de situatie anders dan in het verhaal over de oom. Justin had al jaren therapie, met een opname op de Paaz als hoogtepunt. Hij slikte medicijnen en liet dagboeken na waarin hij de chaos in zijn hoofd beschreef. Pas nu durf ik alles te lezen en zie ik steeds beter in dat zijn dood misschien toch niet zo plotseling kwam als ik altijd heb gedacht. Hij schaamde zich voor zijn problemen en nam er bijna niemand over in vertrouwen, maar er waren wel degelijk signalen. Ik heb ze alleen nooit gezien. Of willen zien.

‘Je was nog zo jong,’ zegt mijn moeder altijd. ‘Hoe had je kunnen zien aankomen dat dit zou gebeuren? Je wist niks.’ 

Maar ik zag dat anders. Als jonge zusje had ik tegen mijn broer opgekeken. Ik had hem geadoreerd. Als ik hem ietsje meer als mens had gezien, beter naar hem had geluisterd, vaker een hand op zijn schouder had gelegd, dan… oké, misschien had ik zijn dood dan niet kunnen voorkómen, maar hij had zich misschien wel meer gesteund gevoeld. Geweten dat ik er voor hem was en van hem hield. Nu is hij langzaam doodgegaan terwijl ik elke dag verder ging met leven. Dat was, en is soms nog steeds, een onverdraaglijk idee.  

Schuld en boete
Ik heb me jarenlang geërgerd aan het 18-jarige meisje dat ik was toen hij overleed. Na Justins dood besloot ik onbewust dat ik nooit meer zo naïef en onoplettend in het leven zou staan. Voortaan liet ik niets meer aan het toeval over. Ik plande alles zorgvuldig. Vakanties stippelde ik van tevoren helemaal uit, zodat ik niet voor verrassingen kon komen te staan. Bij een tentamen leerde ik gewoon het hele boek uit mijn hoofd, zodat ik onmogelijk kon zakken.

Ging er toch iets mis in mijn leven, dan gaf ik alleen mezelf de schuld en schold ik mezelf net zo lang uit tot ik naar mijn idee genoeg boete had gedaan. Aan leeftijdgenoten die zich in mijn ogen onverantwoordelijk gedroegen ergerde ik me rot (wat best onhandig is als je omringd wordt door studenten, kan ik je vertellen).

De controlezucht die zich van me meester maakte had zich ook kunnen uiten in ongezond eetgedrag of dwangneuroses, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Ik was er op tijd bij om mijn demonen de mond te snoeren. 

Emoties kregen ruimte
Drie jaar na Justins dood ging ik in therapie bij een geweldige coach. Zij hield me een spiegel voor en liet me zien waar mijn controledwang en angst om te falen vandaan kwamen. Ze leerde me mijn 18-jarige ik te vergeven en in liefde te omarmen, in plaats van te haten. En ze leerde me met ademhalingen en visualisaties mijn emoties ruimte te geven zodat ik me er niet door hoefde te laten overweldigen. Langzaam verdwenen ook de vele nachtmerries waarin ik overspoeld werd door hoge golven. 

Ik ben na die therapieën altijd blijven mediteren en heb allerlei zingevende cursussen gevolgd. Nog steeds helpen yoga, meditatie en healings mij door de grootste uitdagingen in het leven.

Het schuldgevoel over Justins dood zal waarschijnlijk nooit helemaal weggaan, maar het knaagt nu wel minder aan me, omdat ik het kan herkennen en accepteren. Ik voel meer mededogen richting mijn jonge ik en durf weer wat naïever in het leven te staan. Mijn kinderen helpen daarbij. Van hen leer ik dat ik zorgeloos mag ‘spelen’ zonder te hoeven piekeren over wat er daarna gebeurt.