Mijn broer Justin maakte in 2005 een einde aan zijn leven. Om erachter te komen hoe hij tot zo’n daad kon komen, interview ik verschillende mensen uit zijn verleden. Klasgenoten, vrienden, liefdes, oud-docenten, familieleden. Telkens probeer ik de triggers voor zijn mentale gesteldheid op te sporen. Wat zorgde ervoor dat hij op latere leeftijd zo ongelukkig werd?
Zo luchtig mogelijk stuur ik haar een mailtje. Zou ze zich Justin nog herinneren? Het is bijna dertig jaar geleden dat ze hem begeleidde, ik zou het niet raar vinden als ze afwijzend reageert op mijn verzoek om langs te komen. Maar nog diezelfde dag krijg ik antwoord: ‘Wat mooi dat je een verhaal over hem schrijft,’ mailt ze. ‘Ik denk nog vaak aan Justin. Aan wie hij was.’
Het gaat om Maria, een orthopedagoog bij wie Justin terecht kwam toen hij elf jaar was. Mijn moeder klopte bij haar aan toen ze merkte dat Justin werd gepest op school. De docenten wilden haar niet aanhoren (‘Op deze school wordt niet gepest’) en daarom zocht ze elders hulp. Ze hoopte dat een orthopedagoog Justin zekerder kon maken.
Maria (niet haar echte naam) was gespecialiseerd in pestproblematiek en zou later in haar carrière talloze directie- en beleidsfuncties in het onderwijs bekleden. Inmiddels is ze met pensioen, maar nog steeds begeleidt ze zo’n tien kinderen per week.
Schelden en pesten
Een paar dagen na ons mailcontact zit ik in haar praktijkkamer. Nog voordat ik een slok van mijn thee kan nemen, steekt Maria van wal. ‘Justin was zo’n lekker jong,’ herinnert ze zich. ‘Een mooi mannetje dat met grote ogen de wereld in keek.’ Maar ze zag al snel dat achter dat voorkomen veel onzekerheid schuilging. ‘Hij was diep ongelukkig op school. Hij voelde zich niet begrepen.’
Justin zat op een conservatieve basisschool in België. Hij hield ervan zich excentriek te kleden en dat werd niet altijd begrepen door zijn klasgenoten. ‘De kinderen scholden hem uit,’ vertelt Maria. Ik zit meteen rechtop. Ik wist niet dat het pesten zo expliciet gebeurde, dacht dat hij ‘gewoon’ werd buitengesloten. ‘Ze riepen “bruine” en “pinda” naar hem, omdat hij een wat donkerder huidskleur had,’ gaat Maria verder. ‘Ze pakten hem ook op zijn lengte en vonden dat hij raar praatte, met dat Nederlandse accent.’
Excentrieke kledingstijl
Volgens Maria moest Justin vaak huilen als hij bij haar in de praktijk was. Ik slik. Mijn grote broer, die altijd alles aankon, zat huilend bij een psycholoog op zijn fucking elfde? Even begin ik te twijfelen. Waarom moet ik ook alweer per se in Justins verleden wroeten? Wil ik dit eigenlijk allemaal wel weten? Maar dan roep ik mezelf tot de orde. Dit hoorde óók bij zijn leven. Dat ik me er ongemakkelijk over voel is dan maar even jammer.
Als kleine zusje bewonderde ik Justins eigengereidheid. Hij kleedde zich zoals hij wilde, compleet met gekke haardrachten, oorbellen en andere bijzondere accessoires. Ik vond het stoer dat hij zichzelf durfde te zijn en had niet het idee dat de reacties van anderen hem bijzonder raakten.
Volgens Maria was dat tegelijkertijd zijn kracht én zijn valkuil: ‘Hij keek onbevreesd de wereld in en deed alsof niemand hem iets kon maken. Dat wekte ergernis op bij zijn pesters, die vonden dat hij zich hautain gedroeg.’
Maria probeerde Justin weerbaarder te maken. Ze oefenden situaties om met het pesten om te kunnen gaan. Ze legde hem bijvoorbeeld uit dat sommige reacties juist pestgedrag uitlokken en dat je soms beter weg kunt lopen. Dat ging dan een tijdje goed, totdat de kinderen iets nieuws hadden gevonden om hem mee te pesten en dan was hij weer van slag.
Dieper moeten graven
Ik vraag Maria hoe ze reageerde toen ze hoorde dat Justin een einde aan zijn leven had gemaakt. Ze zegt dat ze enorm schrok en dat ze zich ook best even schuldig heeft gevoeld. ‘Ik dacht: we hadden meer moeten spitten, dieper moeten graven. Ik zag dat hij ongelukkig was, maar dacht dat dit werd veroorzaakt door het pesten. Misschien droeg hij toch iets met zich mee dat aangeboren was, zoals een angststoornis. Dat hebben we toen allemaal niet gezien. Hij kon zijn problemen net iets te goed verbloemen.’